Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo ging zij heen, en kwam en las op in het veld, achter de maaiers; en [5]haar viel bij geval voor, een deel van het veld van [6]Boaz, die van het geslacht van Elimelech was. 5. Hebreeuws, haar ontmoeting, of bejegening, geval, toeval, geviel, of kwam voor, ontmoette, bejegende, enz. Dit wordt gezegd ten aanzien van Ruth, dieniet wist wiens akker het was; maar het werd van God alzo beschikt, om den weg te bereiden tot hetgeen wat hierna verhaald wordt. 6. Matth.1:5 genoemd Booz.